‘Ik ben jarenlang doodsbang geweest om alles te verliezen'

‘Ik ben jarenlang doodsbang geweest om alles te verliezen'

Een inspirerend interview met wijkbewoner Ron, 25 jaar woonachtig in de wijk Poelenburg, en Jeroen, zijn begeleider van het Participatieteam/Sociaal Wijkteam. Ron vertelt over zijn ervaringen met schuldsanering en de steun die hij vond bij het Sociaal Wijkteam na een moeilijke periode van verlies en financiële problemen.

Ron (62 jaar) kwam in 2017 in contact met DOCK/het Sociaal Wijkteam nadat hij zijn baan als marketingmanager verloor en op dat moment mantelzorger was voor zijn moeder. Hij belandde in de WW en later in de bijstand, met oplopende schulden en een schuldhulpverleningstraject. Na het overlijden van zijn moeder, en het moeten ontruimen van haar huis in Arnhem, kwam hij in een lastige situatie terecht. Door de steun van het Sociaal Wijkteam heeft Ron zijn leven weer op de rails gekregen. Hij vertelt hoe vrijwilligerswerk in het wijkcentrum hem structuur en plezier geeft en hoe belangrijk deze rol voor hem is geworden. Het contact met andere mensen en de mogelijkheid om iets positiefs bij te dragen, geven hem een nieuw doel in het leven. Jeroen benadrukt hoe waardevol het is om bewoners zoals Ron goed te leren kennen en hen door moeilijke tijden heen te helpen. Samen bespreken ze de uitdagingen van het verleden, de vooruitgang die is geboekt, en de hoop voor de toekomst.

Hoe ben je bij het Sociaal Wijkteam binnengekomen?

Ron: 'Op m’n knieën. Mijn maandelijkse uitgaven waren hoger dan mijn inkomsten en de schulden liepen snel op. Toen mijn moeder overleed - mijn laatste familielid - moest ik haar huis in Arnhem leegmaken, wat extra kosten met zich meebracht. Dit alles gebeurde terwijl ik zelf ook financieel in de knel zat. Om hulp vragen vond ik lastig. Uiteindelijk heb ik met de gemeente gebeld, daar hamerde ze er steeds op dat ik mijn huis moest verkopen en verhuizen. Ik kan je vertellen: als je huis niet optimaal leefbaar is door mankementen, en er is geen geld om deze zaken aan te pakken, dan wordt verkopen erg lastig. Verder om hulp vragen zat er voor mij niet in en van het Sociaal Wijkteam moest ik niks weten. Door het doorzettingsvermogen van Jeroen heb ik uiteindelijk toch die eerste stap gezet en zit ik vandaag de dag hier.'

Jeroen: ‘Ik weet inderdaad nog dat contact maken met jou moeizaam ging. Ik heb zelfs een keer de GGD gevraagd of ze je thuis wilde opzoeken omdat ik me zorgen maakte. Soms zag ik je bij de bushalte zitten en maakte dan even een praatje met je om zo toch een vorm van contact te hebben.'

Wat zag deze periode eruit voor jou?

Ron: 'Het was zwaar. Ik moest wekelijks rondkomen van 50 euro. Ik heb een periode alleen maar koud water gehad. Een goede douche nemen was lastig, en dat is nog zacht uitgedrukt. Veel andere zaken in huis waren ook kapot. Het voelde als kamperen in mijn eigen huis. Alleen thuis zitten is funest, je draait mentaal door. De woorden: ‘laat me rust’ zijn eigenlijk een schreeuw om hulp en zeggen: ‘help me met mijn problemen.’

Kun je beschrijven hoe de situatie was toen je Ron leerde kennen en hoe je hem nu ziet?
Jeroen:
‘Ron voelde zich kwetsbaar en had veel stress. Hij was zijn baan kwijtgeraakt door een reorganisatie, kon geen nieuw werk vinden en had weinig bestedingsvermogen. Door zijn schulden en het overlijden van zijn moeder zat hij er echt doorheen. Gelukkig hebben we contact weten te houden en kwamen we stap voor stap steeds een stukje verder. Bij het Sociaal Wijkteam vertelden we over de mogelijkheden van vrijwilligerswerk. Toen Ron uiteindelijk overstag ging zag je dat het vrijwilligerswerk hem een klankbord en structuur gaf. Ook vonden we een ingang om te helpen bij het oplossen van zijn schulden via een schuldsaneringstraject.’

Ron: ‘In het begin stond mijn hoofd nergens naar. Ook niet naar vrijwilligerswerk, ik had hier letterlijk geen ruimte voor. Maar door de gesprekken met Jeroen bleef ik in contact, ook al had ik er soms geen zin in. Uiteindelijk heb ik door Mildred, een vaste vrijwilliger van de Poelenburcht, ja gezegd. Mildred kende ik al, zij vroeg of ik wilde helpen achter de bar omdat ze het zo druk hadden. Dan komt het gevoel van ‘willen helpen’ omhoog en ben je toch eerder bereid om je steentje bij te dragen.’

 

Wat betekent het vrijwilligerswerk voor jou en wat voor taken voer je precies uit?
Ron: ‘
Tegenwoordig vind je mij 3 dagdelen in de week achter de bar in de Poelenburcht waar ik bezoekers voorzie van koffie en thee. Daarnaast open ik soms het buurthuis, ik probeer het leuk te maken voor de bezoekers en medewerkers door een praatje en een geintje te maken. Ik vind het leuk dat ik contact heb met mensen. Het vrijwilligerswerk geeft me structuur en een reden om ’s ochtends de wekker te zetten.’

Jeroen: ‘Je hebt zelfs lampjes van huis meegenomen om het extra gezellig te maken in de Poelenburcht. Het zijn kleine dingen maar je doet het toch. Voor mij is dat een teken dat je het echt leuk vindt en dat het goed met je gaat.’

 

Hoe heb je het vertrouwen van Ron gewonnen?
Ik heb regelmatig contact met hem gehouden, gesprekken gevoerd en hem ondersteund bij hulpvragen. Ron weet dat hij om hulp kan vragen, maar begrijpt ook dat zijn eigen zelfredzaamheid belangrijk is om problemen op te lossen en een stap vooruit te zetten. Dit is een stap die wij soms samen kunnen zetten. Wij zijn er voor hem.’

Als we terugblikken, hoe zag jouw leven er een jaar geleden uit?
Ron:
‘Een jaar geleden was ik woedend, ik voelde me in het nauw gedreven. Ik voelde me onvoldoende gehoord door de gemeente en zag geen vooruitzicht. Jeroen heeft mij geholpen door me door de schuldsanering te loodsen en was tegelijkertijd een stabiele factor die luisterde. Het is fijn dat hij mijn persoonlijke situatie goed kent. Ik heb nu iets om handen wat ik leuk vind en wat mij structuur geeft. Achteraf gezien ben ik niet altijd realistisch geweest, puur door de stress en armoede. Ik vond het bijvoorbeeld vervelend dat de GGD voor mijn deur stond, maar uiteindelijk heeft het mij geholpen. Het Sociaal Wijkteam hield me in beeld, zelfs als ik geen ruimte had om hulp te accepteren.'

Jeroen: ‘Een jaar geleden was er veel wantrouwen richting de overheid, gemeente en het Sociaal Wijkteam. Door het contact met Ron te behouden heb ik hem leren kennen. Dat heeft enorm geholpen bij de begeleiding. Het is fijn als medewerkers bewoners goed leren kennen zodat hulp op maat kunnen bieden.’

Wat maakt jou het meest trots om Ron te begeleiden?
Jeroen:
‘Het meest trots ben ik op hetgeen wat Ron heeft bereikt. Hij heeft het schuldentraject doorlopen, hij is positiever ingesteld  en is gestart met vrijwilligerswerk in het wijkcentrum waar hij zich goed voelt. Problemen die stress kunnen veroorzaken, zijn voor een deel opgelost. Ron bevindt zich op een fijne plek met fijne collega’s.’

Hoe zie je de toekomst voor je?
Ron:
‘Hoewel ik nog steeds financiële zorgen heb en verlies ervaar door het overlijden van dierbaren, zie ik de toekomst rooskleuriger dan mijn verleden. Ik ben blij met mijn werk in het wijkcentrum en voel me nuttig en gewaardeerd. Aan mensen die in een vergelijkbare situatie zitten wil ik zeggen: wanhoop niet. Het kan beter worden, maar je moet zelf ook actie ondernemen. Begin met een kop koffie in het wijkcentrum en praat met mensen. Een sociaal leven opbouwen is essentieel.’